• NL
  • Taal: Nederlands (NL) Engels (EN)

    Materiële Duurzaamheidsdrijfveren

    Wij beoordelen het adaptieve vermogen van de bedrijven en landen waar het gaat om de voorbereiding op de transitie naar een duurzame samenleving. Dat doen we aan de hand van zeven Materiële Duurzaamheidsdrijfveren.

    Deze drijfveren laten zien hoe bedrijven en landen reageren op de veranderingen in de maatschappij en de markt die door de duurzaamheidstransitie worden veroorzaakt.

    Gebruik van fossiele brandstoffen

    Beheersing van het gebruik van fossiele brandstoffen. Dit heeft onder meer invloed op de klimaatverandering, luchtvervuiling, de beschikbaarheid van energie en de menselijke gezondheid.

    Watergebruik

    Beheersing van het gebruik van zoet water in gebieden waar water schaars is. Dit heeft onder meer invloed op de beschikbaarheid van water, waterkwaliteit, gezondheid en voedselproductie.

    Landgebruik

    Het beheer van landomzetting, in het bijzonder voor landbouwdoeleinden. Dit heeft invloed op de klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en waterstromen, maar ook op lokale gemeenschappen en maatschappelijke ongelijkheid.

    Beheer van chemisch afval

    Beheer van giftige stoffen, chemische stoffen met een lange levensduur, gevaarlijk afval en plastic. Dit heeft invloed op het milieu en de volksgezondheid.

    Beheer van sociaal kapitaal

    Handelingen om de bestaansrecht (de zogenaamde license to operate) te behouden. Deze hebben onder meer invloed op mensenrechten, verhoudingen binnen gemeenschappen, sociale gelijkheid en de toegang tot en de betaalbaarheid van bijvoorbeeld gezondheidszorg en financiering.

    Beheer van menselijk kapitaal

    Activiteiten met betrekking tot arbeidsrechten en vakbondsrechten en arbeidsomstandigheden. Deze hebben invloed op onderwijsmogelijkheden en op inkomens- en genderongelijkheid.

    Gedrag en integriteit van organisaties

    Handelingen om een ethisch bedrijfsklimaat te creëren. Deze hebben invloed op lokale gemeenschappen, sociale rechtvaardigheid en arbeidsomstandigheden. Voor bedrijven betreft dit hun eigen organisatiemodel, maar ook de manier waarop zij met andere bedrijven in de keten omgaan. Voor landen betreft dit de manier waarop zij met mensenrechten, burgerrechten en politieke rechten omgaan.